DJ'ing Music Producing

“Waar zou Eindhoven zijn zonder de regio?”

Kid Sundance over de centrale functie van de stad

Hij werkte met Busy Bee en Dudley Perkins, was producer van de Boomoperators, bracht in 2012 het instrumentale album Kid’s Colors uit en zijn meest recente wapenfeit is een volledig op James Brown-samples gebaseerde 7″ single; sinds ’86 levert Kid Sundance een actieve bijdrage aan hiphop. Toch is zijn bijdrage aan de Eindhovense scene naar eigen zeggen niet zo groot: “Ik was er wel, maar ik heb altijd een beetje mijn eigen plan getrokken. Mijn eigen koers gevaren waar anderen meer in een groep opereerden.”

Wanneer Kid Sundance in ’87 de Rotterdamse rappers Blonnie B en Kay Black van de Moonrunners live vanuit Eindhoven op VPRO Radio hoort, woont hij zelf nog in Beek en Donk. Via school in Helmond raakt hij bevriend met de leden van de hiphopgroep Divorce: “Daar heb ik beats leren maken van rapper/beatcreator Speed One. Ik hoefde daar niet perse als officieel lid bij, want ze hadden genoeg goede beats en DJ Charm in de gelederen. Toch hebben we op een gegeven moment bedacht dat het wel leuk was als er twee dj’s op het podium hun scratches zouden vertonen. Zo heb ik een paar leuke voorprogramma’s gedaan, waaronder die van De La Soul in Tilburg en Run-D.M.C. in Amsterdam.” Glundert: “Ik zat naast Jam Master Jay in de kleedkamer van Paradiso (op de foto de tweede van rechts). Dat waren wel de momenten.”

Intussen heeft hij zijn zinnen gezet op een drumcomputer: “Ik wilde de destijds gloednieuwe Roland 626. Die kostte achthonderd gulden, ik had flink gespaard. Mijn moeder nam me mee naar Eindhoven en we gingen eerst langs de Bullit. Daar wees ze me op een briefje met afscheurstrookjes: “DJ/scratcher gevraagd”. Ik dacht: ik ben al een dik jaar aan het oefenen, dat kan ik ook! Ik heb de drumcomputer gelaten voor wat het was en ben terug naar huis gegaan. Daar heb ik dat nummer gebeld en ’s avonds stonden de leden van TLD uit Valkenswaard op de stoep. Ook Arc-S zat daarbij, die later naar 24K vertrok. Het werd mijn eerste eigen crew.”

Toch duurt het niet lang voordat Kid Sundance ook als producer aan de slag gaat: “In ’91 had ik mijn eerste sampler, een Amiga. Die gebruikte iedereen toen, want het was een betaalbaar apparaat.” Nog altijd maakt hij, ondanks de technologische ontwikkelingen, veel gebruik van hardware apparatuur: “Het is wat bij je past. Ik vind het fijn om vanuit de beperking te werken. Ik ben altijd nieuwsgierig naar hoe ze dat vroeger gedaan hebben.

Met een advertentie in het blad True Colors vindt Kid Sundance een rapper voor op zijn producties: “Dat was Ragoo, die twee nummers op die plaat van King Bee had gedaan. Daar heb ik een paar demo’s mee gemaakt. Dan ga je een keer langs Hilversum en langs een uitgever, maar daar kwam verder niet zoveel uit: het moest allemaal meer house of pop klinken.”

Dat hij aan de slag gaat als producer, betekent niet dat het DJ’en op een laag pitje komt te staan. Integendeel: “Ik had een bak platen, dus ik kon hiphop en funk in een kroegje draaien. Cul de Sac was dat, aan de Dommelstraat. Zo verdiende ik geld en kon ik mijn verzameling weer uitbreiden.” Opnieuw schuimde hij alle rommelmarkten af en toog hij naar de eerder genoemde platenzaak Bullit, die voor de Eindhovense scene een belangrijke rol vervulde: “Daar kwam iedereen elkaar tegen en daar leerde je mensen kennen die actief bezig waren met hiphop. Met je shaggie in je hand zat je platen te luisteren, en naast je zat ook weer iemand. Je raakte wel in gesprek. Je moest overigens niet te laat zijn bij Bullit, want anders had een ander die platen al gekocht.”

Na de avonden in Cul de Sac kon hij vrij snel in De Effenaar terecht: “Niet perse vanwege de hiphop, maar omdat ik allerhande stijlen aan elkaar kon rijgen. Ik draaide wat later pas gangbaar werd, er was namelijk een lange tijd dat je maar één stijl draaide. Je was hiphop-DJ of drum ’n bass-DJ, bijvoorbeeld. Ik mengde funk en jazz met hiphop in De Effenaar. Dat heeft me ook wel gevormd, want opeens sta je over een dik systeem te draaien. Dan moet het wel goed zijn. In een kroeg moet het ook goed klinken maar De Effenaar was wel even van een andere orde.”

Zo is hij terug op de plek waar het voor hem en vele anderen uit de regio begon. Niet in de laatste plaats door zijn eigen verhuizing naar Eindhoven, ziet hij wat de stad voor hiphop betekent: “Eindhoven was de grote stad natuurlijk. Dat had een enorme zuigkracht, het bracht bij elkaar wat er in omliggende dorpen gebeurde. Divorce vanuit Helmond; vanuit Someren had je de Bugas Posse; in Venray had je Traumatic met DJ TTM. Zij kwamen allemaal naar optredens van de Amerikaanse sterren in de Effenaar, van Ice-T tot Stetasonic. Tussen die groepen onderling hing een gezonde competitiedrift. Er kwam kwaliteit uit de stad zelf, maar Eindhoven was het verzamelpunt geworden. Die aantrekkingskracht is enorm belangrijk altijd, want waar zou Eindhoven zijn zonder de regio?”